Een veel voorkomend probleem bij huisdieren is de aanwezigheid van vlooien. Vlooien kunnen vaak erge jeuk bij uw huisdier veroorzaken. Het is niet altijd even makkelijk om een vlooienbesmetting vast te stellen. Vooral bij dichtbehaarde of langharige dieren zijn deze kleine watervlugge insecten moeilijk te vinden.
Vlooien worden ook wel tijdelijke parasieten genoemd, omdat ze niet leven op uw huisdieren, ze eten er alleen maar. Na dat ze hun buik vol hebben verdwijnen ze snel naar de omgeving van uw huisdier. Uit onderzoek is gebleken dat 99% van de vlooien in de omgeving zitten en slechts 1% op uw huisdier. De vlo die u bij uw huisdier ziet is dus maar het topje van de ijsberg!!Ook de eitjes van een vlo zijn zeer klein en nauwelijks waarneembaar met het blote oog. Het is daarom beter om te kijken naar de aanwezigheid van vlooienpoepjes: kleine zwart-bruine korreltjes die zich tussen de haren bevinden, dan opzoek te gaan naar de vlooien of hun eitjes.
Een vlo komt uit een ei als een larve, deze zijn wormachtig en worden door middel van vervelling steeds groter. De larven vervellen 2 keer en gaan dan verpoppen. Na de verpopping komt de volwassen vlo tevoorschijn die zich weer voortplant, waarna de cyclus zich herhaalt.
De ontwikkelingsduur van een vlo is zeer sterk afhankelijk van omgevingsfactoren zoals de temperatuur en de luchtvochtigheid. Soms kunnen vlooien in de popstadium blijven zitten, de vlo beweegt zich gedurende deze tijd niet en blijft zitten totdat een gastheer wordt waargenomen. Met name bewegende objecten die een hogere temperatuur hebben dan de omgevingstemperatuur werken sterk prikkelend op vlooien. De vlo werkt zich snel uit zijn cocon en gaat af op de bewegingen en warmte voor een bloedmaaltijd. Ook in verlaten huizen kan dit verschijnsel optreden, bijvoorbeeld als men terugkomt van een vakantie. De thuiskomer wordt vervolgens besprongen door een groot aantal vlooien.
Van vlooienlarven is juist bekend dat ze zich sterk afwenden van geluidstrillingen, zoals een stofzuiger.
Om aan bloed te komen bijt de vlo een klein bloedvat aan en zuigt het hieruit stromende bloed op. Om te voorkomen dat dit bloed gelijk stolt, spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid. Dit speeksel bevat een eiwit wat de bloedstolling remt. Sommige dieren vertonen echter een allergie voor vlooienspeeksel. Eén vlooienbeet zorgt er dan al voor dat het dier gedurende 5-7 dagen geen raad weet van de jeuk. Honden bijten dan het achterste gedeelte van hun rug open, vaak tot bloedens toe. Later vertoont dit deel van de rug kale plekken. Bij de kat zijn op de hele rug tientallen kleine bultjes en korstjes te voelen. Het achterste gedeelte van de rug vertoont kale plekken. Het voortdurende likken en bijten van de vacht leidt soms tot de vorming van haarballen in de maag en tot braken. Deze allergiesymptomen kunnen zowel bij de hond als bij de kat snel en effectief bestreden worden door een goed antivlooienmiddel.
Voor de bestrijding van vlooien staan vele middelen ter beschikking. Hiervan zijn er maar enkele afdoende. De laatste tijd zien we dat producten op basis van fipronil (Frontline) steeds minder goed werken, deze raden we dan ook af te gebruiken. Wij adviseren voor de bestrijding van vlooien een vlooienmiddel dat zo breed mogelijk werkt. Vlooien kun je het beste bestrijden door zoveel mogelijk stadia in de vlooiencyclus aan te pakken.
Bijvoorbeeld een product met als werkzame bestanddeel selamectine (Stronghold) is een breed werkend en veilig vlooienmiddel. Het is een effectief middel tegen vlooien, want naast het doden van de volwassen vlooien bezit het namelijk ook de grootste omgevingswerking. Vanwege deze brede werking is het ook geschikt voor honden en katten die last hebben van een vlooienallergie. Bovendien is het een relatief veilig vlooienmiddel zodat het zonder problemen bij jonge dieren zoals kittens en pups gebruikt kan worden. Met 1 pipet is uw huisdier beschermd tegen vlooien en is hij of zij gelijk ontwormd tegen spoelwormen.
Een vlooienmiddel met als werkzame stof imadocloprid (Advantage) is naast selamectine het meest effectief. Het doodt ook snel de vlooien en heeft een lichte omgevingswerking.
Verder bestaan er ook producten die een gecombineerde werking hebben tegen vlooien en teken.
Sinds kort zijn er ook tabletten (Comfortis) tegen vlooien beschikbaar die gedurende 4 weken werken. Ze doden de volwassene vlo en reduceren de productie van vlooieneitjes. Een nadeel is dat de hond of kat snel gaat braken van het tabletje. Dit kunt u voorkomen door het tabletje tijdens of direct na het eten te geven.
Bij grote hoeveelheden vlooien is het verstandig een omgevingsspray voor in huis te gebruiken. Er zijn diverse spray’s te koop die volwassen vlooien en de larven van vlooien kunnen afdoden. Als u een spray voor in huis gebruikt, adviseren we u dus om een spray te nemen die een adulticide en larvicide werking heeft. Voor een effectieve bestrijding dient u ook de ligplaatsen van uw huisdier alsmede de directe omgeving goed te stofzuigen en de stofzuigerzakken weg te gooien.
Zowel bij de hond als bij de kat wordt de meest voorkomende lintworm overgebracht door vlooien. De met lintworm-larven besmette vlooien worden bij het verzorgen van de vacht door uw huisdier gevangen en opgegeten. In de darm komen deze lintwormlarven bij de vertering van de vlo weer vrij en groeien hier uit tot volwassen lintwormen. De volwassen lintwormen kunnen van enkel centimeters tot meer dan één meter lang worden. De lintworm bestaat uit een kop, met daarachter een groot aantal segmenten (proglottiden) die gevuld zijn met eitjes. De achterste segmenten laten los als ze rijp zijn en kunnen zelfstandig uit de anus kruipen. Ze kunnen zichtbaar zijn in de ontlasting of in de haren rond de anus. Als ze opgedroogd zijn zien ze er uit als rijstkorreltjes. De lintwormen zijn goed te bestrijden met wormtabletten. Om te voorkomen dat de lintwormen telkens terug keren, dienen echter ook de vlooien te worden aangepakt. Lintwormbestrijding zonder een afdoende vlooienbestrijding is dan ook niet goed mogelijk.
Heeft uw huisdier last van vlooien, pak het grondig aan. Behandel het dier en zijn omgeving. Gebruik middelen die effectief en veilig zijn (kinderen). Heeft u vragen dan kunt u altijd even bellen of een mailtje sturen.
Teken zijn kleine, spinachtige parasieten die zowel op huisdieren als op mensen kunnen gaan zitten. Ze hechten zich vast in de huid en zuigen bloed. Dat is op zich niet zo erg, maar tegelijkertijd kunnen ze ook ziekten overbrengen. Bijvoorbeeld de ziekte van Lyme, maar ook babesiose en ehrlichiose. Daarom is het belangrijk om een tekenbeet te voorkomen en teken snel te verwijderen, zowel bij uw huisdier als bij uzelf. Als u de teek namelijk binnen 24 uur verwijdert, is de kans dat er ziekten worden overgedragen vrij klein. Tekenbeten moeten dus zo goed mogelijk voorkomen worden. Daarvoor kunt u een aantal maatregelen nemen. U kunt uw huisdier beschermen met behulp van teken dodende middelen. Hiervoor bestaan sprays, druppels en tekenbanden. Welke middelen toegepast kunnen worden, verschilt per diersoort. Overleg daarom met uw dierenarts wat voor uw huisdier een geschikt middel is. Middelen bedoeld voor honden kunnen bijvoorbeeld giftig zijn voor katten. Verder is het verstandig uw dier dagelijks na te kijken op teken. Kam de vacht door als uw huisdier door gras en struiken heeft gelopen, en voel met uw handen of er ergens iets zit. Verwijder een teek direct.
De teek kan makkelijk verwijderd worden met een speciaal tangetje, deze zet u om de kop van de teek en dan draait u voorzicht rond totdat de teek los laat. Gebruik géén spiritus of alcohol als u de teek gaat verwijderen. De teek kan dan juist overgeven en ziekmakende stoffen overbrengen in het bloed.
Nadat u de teek weggehaald heeft kunt u wel de plek ontsmetten waar de teek gezeten heeft.
Of een kat wormen heeft kan je aan de buitenkant van het dier meestal niet zien. Dit kan alleen goed worden vastgesteld door middel van een ontlastingsonderzoek. Hierbij wordt de ontlasting van uw kat onder de microscoop nagekeken en wordt er gezocht naar wormeieren. Helaas is dit onderzoek niet honderd procent betrouwbaar, omdat wormeieren niet continu worden uitgescheiden door de volwassene wormen. Alleen als uw kat een hele zware besmetting heeft, kunt u soms wormen zien in braaksel of de ontlasting. Dat u niets ziet aan uw kat wil dus niet zeggen dat uw dier geen wormbesmetting kan hebben. Het is dus van belang om uw kat regelmatig te ontwormen.
Dit geldt ook voor katten die alleen maar binnen blijven! Alhoewel binnenkatten in vergelijking met buitenkatten een kleiner risico lopen om zich met wormen te besmetten, kan dit wel degelijke gebeuren. Ze besmetten zich dan met wormeieren die ongemerkt met uw schoenen het huis zijn binnengekomen.
Sommige wormen besmetten dieren én mensen! Ontwormen is dus ook van belang voor de volksgezondheid.
Kittens kunnen van een worminfectie ernstig ziek worden en/of een groeiachterstand oplopen.
Volwassen katten kunnen bij ernstige worminfecties last krijgen van diarree en/of braken en lopen het risico dat bepaalde voedingsstoffen minder goed worden opgenomen.
Worminfecties verlagen de weerstand van een dier waardoor het risico op andere ziekten toeneemt.
Spoelwormlarven maken een trektocht door het lichaam van de kat en richten hierbij longschade aan. Lees meer over longschade bij katten door spoelwormlarven
Ons ontwormingsadvies is:
Als u na één keer ontwormen dode wormen in de ontlasting vindt, moet u uw kat na 10 dagen nog eens ontwormen om ook de eitjes (die dan weer uitgekomen zijn) aan te pakken.
Een ontwormingstablet werkt alleen zolang die in het maagdarmkanaal aanwezig is. Dan doodt het alle aanwezige wormen. In theorie kan de kat dus de volgende dag alweer opnieuw besmet raken met wormen. Daarom is het zo belangrijk ontworming regelmatig te blijven herhalen, een kattenleven lang. Mocht u uw kat een keer ontwormen zonder dat het dier wormen zou hebben, dan heeft dit geen schadelijke gevolgen voor uw kat.
De spoelworm is de meest voorkomende worm bij de kat. Bij kittens komt hij zeer regelmatig voor. Kittens kunnen worden besmet via de moedermelk. Eitjes van de spoelworm komen voor op straat, in het gras of in de zandbak. Eigenlijk overal waar katten hun behoeftes doen. De eitjes blijven kleven aan de pootjes van uw kat of aan uw schoenen. Als uw kat deze eitjes binnenkrijgt, bijvoorbeeld wanneer hij zich likt kan hij ongemerkt een wormbesmetting oplopen. Ook het eten van bijvoorbeeld een geïnfecteerde muis veroorzaakt een besmetting. In de darmen van de kat ontwikkelen de eieren zich tot wormlarven die een trektocht door het lichaam maken onder andere naar de longen en waarvan sommige in de darmen terugkeren en volwassen spoelwormen worden. Soms kom je die wormen tegen in braaksel of ontlasting. Ook mensen kunnen besmet raken met spoelwormen van de kat. Bij mensen ontwikkelt de worm zich echter niet tot het volwassen stadium, maar blijft het een larve. Deze larven kunnen aanleiding geven tot kleine infectiehaarden in de lever, longen, ogen en hersenen. Met name bij kinderen kan dit zelfs tot blindheid leiden.
De lintworm kan overgebracht worden door een vlo! Een lintworm bestaat uit een groot aantal segmentjes, waarvan het laatste segmentje wordt afgestoten. De lintworm zelf groeit vervolgens aan de voorkant weer aan. Het afgestoten segmentje ziet eruit als een rijstkorrel. Hierin zitten de lintwormeitjes die zich ontwikkelen tot larven. Dit gebeurt in een zogenaamde tussengastheer. De tussengastheer van de lintworm is de vlo. Als een kat een besmette vlo opeet, ontwikkelt de larve zich in de darm van de kat tot volwassen worm.
De vossenlintworm
De vossenlintworm heeft net als de lintworm een tussengastheer nodig om zich tot volwassen worm te ontwikkelen. Katten worden pas geïnfecteerd als ze besmette knaagdieren vangen en opeten. De vossenlintworm is niet echt schadelijk voor uw kat, maar kan bij mensen ernstige problemen geven.
Haakwormen komen vooral in Zuid-Europa voor, maar worden ook in Nederland aangetroffen. Larven dringen via de huid of de slijmvliezen naar binnen, om dan via de bloedbaan de darm te bereiken. Daar veroorzaken de volwassen wormen kleine wondjes in de wand van de dunne darm en kunnen daardoor bloedarmoede, gewichtsverlies en diarree veroorzaken.
Wij maken gebruik van cookies om de gebruikerservaring te verbeteren. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Lees hier meer over de cookies en onze privacyverklaring.